Woensdagavond zijn de raadsleden van de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn in een gezamenlijke vergadering geïnformeerd over de uitkomsten van een geluidsonderzoek bij de windparken Oostermoer en De Drentsche Monden. Uit het onderzoek blijkt dat er na de plaatsing van de windmolens sprake is van meer laagfrequent geluid. Er is juist s’nachts sprake van een “deken” van geluid die er voorheen niet was. Hoewel het geluid binnen de geldende normen valt betekent dat niet, dat inwoners geen overlast ondervinden. Inwoners geven juist aan dat zij wel hinder ondervinden, zoals onder andere slaapproblemen. Het toegenomen geluid is niet altijd voor iedereen te horen, maar volgens sommige wetenschappelijke onderzoeken kan het wel gezondheidsimplicaties hebben. Laagfrequent geluid kan inderdaad leiden tot slaapproblemen en mogelijk andere lichamelijke problemen.
Wij vinden dat de klachten zeer serieus genomen moeten worden. Het is belangrijk dat, zoals de beide colleges ook hebben aangegeven, er aanvullend onderzoek wordt gedaan op basis van het uitgevoerde geluidsonderzoek en op basis van klachten van inwoners. Daarmee kan voor specifieke locaties worden bepaald of turbines aan de vastgestelde specificaties voldoen.
Bij de aanleg van de windparken zijn de gemeenten door het Rijk destijds buitenspel gezet. Wij vinden dat het Rijk nu ook haar verantwoordelijkheid moet nemen bij het verkennen en betalen van maatregelen die overlast kunnen helpen beperken. (Bijvoorbeeld isolatiemaatregelen). Landelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten van windturbines is op zijn plaats, waarbij de resultaten van het geluidsonderzoek meegenomen kunnen worden bij het opstellen van landelijke normen voor nieuwe windparken.